Al sinds Keesje een puppy is, heeft ze iets nodig om op te sabbelen om zichzelf rustig te maken. Dit heeft ze van geen vreemde; haar opa en haar vader deden en doen het ook. Heel veel honden doen het en het ziet er zo ongelooflijk aandoenlijk uit.
Elke avond als we naar bed gaan, gaat ze op zoek naar haar knuffel. Soms is ze te lui om ’m te gaan halen en dan moet ik echt opletten dat ze niet iets anders pakt, mijn kussen bijvoorbeeld. Er zijn al diverse knuffels gesneuveld, dus ik koop regelmatig een nieuwe. Ik moet trouwens zeggen dat dé Labrador van IKEA het best lang heeft volgehouden, tot mijn verbazing. Simpele kussentjes hebben we ook geprobeerd, maar die waren zo stuk. Ik wil geen reclame maken, maar die van KONG gaan het langst mee.
Vorige week zaten we bij de dierenarts te wachten. Onze dierenarts heeft altijd die KONG-knuffels op neushoogte hangen onder de balie. Dat is niet zo handig voor je moedergevoel. Ik heb dan in mijn hoofd alweer voor al mijn honden een leuk diertje uitgezocht. Ik moet me echt bedwingen. Ja, ja, ik weet ’t. Het is heel erg… Maar goed. Deze keer kon ik het mezelf wel verantwoorden, want Keesje had ECHT DRINGEND een nieuwe nodig.
Dus ik hoor mezelf zeggen: “Keesje… ga eens even kijken: welke knuffel zou je het liefste willen hebben? Je hebt het zo knap gedaan bij de dierenarts.” Tot mijn verbazing staat ze op, gaat alle knuffels langs en wipt er eentje met haar neus van het haakje. Het was ook oprecht de schattigste… een tijgertje. Ondertussen besef ik dat er een vrouw met hond in de wachtkamer zit te kijken naar het hele gebeuren en ik zeg maar snel: “Oh, eh… dit kinderachtige gedoe mocht ik nooit van mijn moeder, hoor…” En ik realiseerde me snel hoe belachelijk het moet hebben geklonken. Ik heb snel betaald en ben zo’n beetje de deur uit gesneakt (Dutchlish woord).
Wat betekent het als een hond sabbelt?
Sabbelen is zacht zuigen of kauwen op iets (meestal een knuffel of deken) zonder dat de hond wil eten. Het gebeurt vaak rustig en ritmisch, vooral bij overgangsmomenten: na drukte, bij het inslapen of na bezoek. Soms loopt het uit de hand: het duurt lang, voelt dwingend, er gaat textiel stuk of de hond slikt stukjes in. Dan verliest de hond flexibiliteit en is het meer dan alleen “ontspannen”.
Drie manieren om ernaar te kijken
Ontwikkeling – wat je vroeg leert, neem je mee
Ritmisch zuigen/kauwen hoort bij de babytijd. Hoe en wanneer een pup is gespeend en verhuisd, en vooral hoe veilig en voorspelbaar die eerste periode was, bepaalt later hoe hij prikkels verwerkt. Het is niet zwart-wit (“te vroeg/te laat”). Belangrijk: timing + veiligheid + voorspelbaarheid.
Emotieregulatie – spanning eruit, ritme erin
Als spanning oploopt, kiezen veel honden iets voorspelbaars: likken, kauwen, sabbelen. Ritme en gevoel in de mond helpen te kalmeren. Zie sabbelen daarom liever als strategie dan als afwijking. De situatie (context) bepaalt of het helpend is.
Een klein deel van de honden gaat dwangmatig sabbelen (bijv. deken- of flanksabbelen). Je ziet dan minder keuzevrijheid, doorgaan ondanks moe of pijn, en soms het inslikken van materiaal. Lichamelijke en erfelijke factoren kunnen meespelen. Dan is medische én gedragsmatige hulp nodig.
Waarom voelt sabbelen vaak prettig?
• Ritme kalmeert. Regelmaat in bewegen en adem helpt het zenuwstelsel te zakken.
• Mondgevoel geeft houvast. Druk/zuigen/kauwen geeft duidelijke, lichamelijke feedback.
• Focus versmalt. De hond richt zich op één veilig, klein taakje.
Wanneer is het oké — en wanneer niet?
Laat het bestaan als:
• het past bij het moment (voor slapen, na drukte);
• er geen schade ontstaat;
• je hond makkelijk kan stoppen of afwisselen.
Let op of grijp in als:
• het vaker of heftiger wordt, of je hond lastig te onderbreken is;
• er stukjes textiel of vulling worden ingeslikt (pica, kans op verstopping);
• er andere stresssignalen zijn (slechte slaap, onrust, extra waakzaamheid);
• het ras/familie bekend is met dwangmatige patronen;
• het plots begint (denk aan pijn, jeuk of maag-darmklachten).
Wat kan eronder liggen?
• natuurlijke zelfkalmering na prikkels;
• te veel prikkels en te weinig echte hersteltijd;
• thema’s uit de vroege periode (spenen, verhuizen, socialisatie);
• lichamelijk ongemak (mond, jeuk, maag-darm);
• een dwangmatig patroon (minder keuze, meer lijdensdruk).
Als je dit dan leest dan is het gewoon fijn om te zien dat een hond een eigen coping strategie heeft voor het zelfreguleren van het lichaam en hersenen. Én voor je eigen zelfregulering ook. Hoef ik me de volgende keer niet zo schuldig te voelen als ik weer met een knuffel thuiskom.
Keesje op de bank met haar tijgertje na een dagje dierentuin. Ik smelt....
Tijdens de puppytijd ga je als begeleider – of zoals ik mezelf altijd noem: als 'hondenmoeder' – lekker aan de slag met socialiseren en habitueren. Dat vind ik zelf altijd het leukste om te doen: observeren hoe mijn puppy reageert op prikkels en nieuwe situaties. Nou, ik kan je zeggen: dat was me wat met Keesje. Keesje vond namelijk heel veel dingen best wel spannend het eerste jaar. Maar goed, in haar eigen tempo mocht ze de wereld ontdekken en dat ging eigenlijk best oké. En als begeleidende hondenmoeder leer je daar weer veel van.
Aan mijn puppyklanten geef ik als eerste huiswerkopdracht: ga samen eens om de tafel zitten en maak een lijst met dingen die je de eerstkomende tien jaar zou willen doen waar de hond bij betrokken is. Zo kun je dit alvast met je puppy langzaam gaan opbouwen, oefenen of hem eraan laten wennen. (Je zult namelijk maar met je boot of camper weg willen, en jouw hond kan of durft dit niet… Het kan maar handig zijn, nietwaar?)
Afijn, dat doe ik dus ook. Bijvoorbeeld: ik heb geen idee of ik ooit nog een keer met mijn honden moet gaan vliegen, aangezien de kans er best in zit dat we een aantal jaar in Amerika gaan wonen. Ik sluit niks uit. Het is dus belangrijk dat mijn honden comfortabel zijn in een bench. Niet dat die reis nou zo lekker is – verre van dat – maar dan hebben ze in ieder geval geen stress van de bench.
Daarnaast oefen ik thuis het borstelen, tandjes kijken, oortjes en oogjes nakijken, en de feestneus (muilkorf). We zijn naar de dierenarts geweest en hebben daar op de tafel geoefend én op de weegschaal. Allemaal prima zou je denken. En toch vergeet je altijd wel eens wat, hè. Vorige week moest Keesje namelijk een 'prikkie' in haar poot. Nu had ik 'prikkie' wel geoefend als vaccinatie in haar schouder(vel), maar helaas dus niet in haar poot. Nog voordat de doktersassistente de naald liet zien, ging ze al gillen. Echt pure aanstelleritis. En toen moest ze ook nog zo'n elastiek om haar pootje… daar houdt ze dus blijkbaar ook niet zo van, op zijn zachtst gezegd. Best wel even lastig. Uiteindelijk moest ze goed vastgehouden worden en dat was behoorlijk stressvol voor haar. Iets wat je natuurlijk liever niet wilt
Kun je dit soort dingen voorkomen? Ik denk van niet. Hoe goed je je ook voorbereidt, je zult altijd tegen dingen aan blijven lopen die je verbazen. Net als bij kinderen. Ligt het aan de opvoeding? Waarschijnlijk deels, maar – weer net als bij kinderen – er is gewoon soms geen pijl op te trekken. Ik heb al heel wat honden gehad en niet één hond vond het moeilijk om geprikt te worden in een pootje. Ik had er dus ook nooit bij stilgestaan.
En zo kan ik nog best wat voorbeelden opnoemen waarbij je achteraf denkt: had ik dit nou maar geoefend… Mijn conclusie is dan ook: leg de lat niet te hoog. Doe wat je kan en loop je er toch tegenaan, dan is dat helaas zo. Maak er gewoon het beste van. Keesje heeft het overleefd en is een ervaring rijker. En ik ook. Ga ik het bij haar een een eventuele volgende hond oefenen? Ik denk van wel. En dan zal er vast wel weer wat anders zijn waar ik niet aan gedacht heb. En dát maakt het vak van hondentrainer, maar ook gewoon hondenmoeder, zo interessant en vooral uiterst uitdagend!
Eén keer per jaar ga ik twee weken op vakantie naar mijn schoonmoeder in Amerika. Even lekker helemaal niks. En dan blijven de honden dus thuis bij ‘papa’. Keesje ook. Ik kijk daar al maanden naar uit. Geen horloge om, slapen wanneer je moe bent, geen deadlines en gedoe, geen zand in bed, geen hond die je van je kussen duwt of snel je plek in bed inneemt, niet wakker worden midden in de nacht van een hond die moet plassen of hardop ligt te dromen.
Totdat je echt weggaat en ‘dag lieverdjes’ moet zeggen. Getver, wat heb ik daar een hekel aan. Dus daar ga ik dan met m'n koffer: allemaal een kusje en iedereen een taakje. Keesje is baas van de tuin. Zij graaft de beste kuilen en houdt de luchtballonnen in de gaten. En Poppy is onze echte serieuze bewaker, dus zij moet zorgen dat binnen alles veilig is. Holly’s talent is alles regelen (that’s what Aussies do best) en zorgen dat iedereen de taken goed doet. Nou, en dan loop je weg, hè. Met een brok in je keel. Dat heb ik sowieso altijd al als ze niet mee kunnen en ze kijken je dan zo aan met die oogjes. Maar goed, even slikken en door…
Alles prima, totdat je daar langs het meer wandelt en het lijkt alsof iedereen met zijn hond loopt, behalve jij. Dat is echt raar. Sterker nog: gewoon eigenlijk niet eerlijk. Nee… gewoon stom! Eigenlijk is wandelen zonder hond helemaal niet leuk. Ik kan zo erg genieten van een wandeling samen waarbij we de hele weg niets hebben gezegd, maar er gewoon zijn. Echt mijn oplaatmoment van de dag. Nou goed, saai dus zonder honden.
Ik geniet enorm van de tuin hier. Alle bloemen en planten staan rechtop. Niks geknakt, geen kuilen, drol of geblaf, en toch zie ik ze lopen. Gewoon in mijn gedachten, want wat is een gezellige tuin zonder honden? We (video)bellen natuurlijk wel elke dag. Dan kletsen we even met z’n allen. En dan zeg ik dat ik 'in de telefoon zit' en dat ze nog heel even moeten wachten tot ik weer thuis ben. Dan weten ze tenminste dat ik niet echt ‘weg’ ben… denk ik dan. En ik krijg foto’s. Van Keesje die Looney Tunes kijkt met haar beertje. En dan smelt ik.
Omdat we nooit tegelijk voor langere tijd weg zijn, zijn de honden altijd oké. Ze kijken wel als ze een auto horen of ik het ben, maar verder gaat het leven daar gewoon door. Soms is het ook goed — net als bij kinderen — dat papa even ‘in charge’ is. Daar leren ze van. Zo ook Keesje. Ze was heel stout geweest deze week. Voor de zoveelste keer aan de muur geknabbeld. En de papa’s worden gewoon net even anders boos dan de mama’s… Dat maakte blijkbaar indruk. Ze is snel in haar bench gekropen (ik hoop van schaamte), en de rest van de week heeft ze alleen maar lopen slijmen. Hopelijk blijft ze voortaan ook van de muren af. Elk nadeel hep ook z’n voordeel.
Voor ons is een kennel of iets dergelijks geen optie. Ze gaan mee, of één van ons blijft thuis. Dat is waar wij ons goed bij voelen. Sommige mensen vinden het raar. Anderen begrijpen het. En dat is zoals het mag zijn. Elke dag lees ik in de hondenwereld hoe het zogenaamd moet volgens hondentrainers, en wat zij vinden dat het beste is voor jouw hond. En dat is jammer en dat kan niet. Want er is niet één manier. De enige manier is dat wat past bij jou en jouw hond.
Wat geniet ik enorm deze vakantie. En ik mis ze. Ik kan niet wachten tot ik weer naar huis ga.
Laatst was ik op de Jonge Honden Dag van de Leonbergervereniging met Keesje. Je ziet daar weer allerlei mensen ‘live’ die je normaal alleen op Facebook spreekt. De zogenaamde Leo Lovers. Dat is altijd heel gezellig. Tenminste, dat denk je dan. Deze keer was er iemand (en nee, ik noem geen namen… Carla!) die gewoon openlijk mijn kleine Keesje heeft beledigd. Ze noemde haar arrogant!!! Even voor degene die denken dat ik dit écht meen… NEE hoor grapje…! Ik vind het namelijk zelf ook.
Dus ik dacht: laat ik toch eens opzoeken wat de Dikke Van Dale zegt:
ar·ro·gant (bijvoeglijk naamwoord)
Kort gezegd: iemand die arrogant is, doet alsof hij beter is dan anderen en toont weinig respect of bescheidenheid. Met een houding alsof je jezelf beter, belangrijker of verstandiger vindt dan anderen; verwaand, aanmatigend.
Tja… kunnen honden dat vinden?
Ik denk van niet. Honden kunnen volgens mij niet arrogant zijn zoals wij mensen dat bedoelen. Kijk, arrogantie is een menselijke eigenschap die voortkomt uit zelfbewustzijn, sociale vergelijking en oordelen zoals: “ik ben beter dan jij.” Daarvoor heb je complexe gedachten nodig over status, jezelf en de ander – inclusief bewustzijn van wat die ander denkt. Dat vermogen (theory of mind) hebben honden niet zoals mensen dat hebben.
Wat we soms als arrogant gedrag bij honden interpreteren, is vaak iets heel anders:
Honden doen soms dingen die voor mensen arrogant lijken, omdat:
Even terug naar de Jonge Honden Dag en Keesje… Natuurlijk snap ik heel goed dat de vrouw wiens naam ik niet zal noemen (…Carla??!!) haar arrogant vond. Want zo kijkt ze nou eenmaal. Daar ben ik op gevallen toen ze nog een baby was. Daar smelt ik van als ze ergens zit en ik stiekem naar haar kijk. En pies er bijna van in mijn broek als ze weer iets uitvreet wat niet helemaal de bedoeling is en me dan dus met haar ‘arrogante’ hoofd aankijkt. Gewoon omdat ik haar hele ‘zijn’ geweldig vind. Nou… dat wil zeggen… meestal dan.
En wat ben ik gelukkig als ik met honden ben. Gewoon het samen zijn. Geen ‘neerkijken op iemand’, geen doen alsof je beter bent dan een ander om welke ‘zogenaamd bijzondere reden’ dan ook… Gewoon geen arrogantie.
Keesje, blijf wie je bent, met je heerlijke arrogante hoofd. Ik houd ervan. I love you.
Het is feest vandaag, want Keesje is 2! En dat wordt natuurlijk op onze eigen, traditionele wijze gevierd: met hamburgers. De mensenvader van Kees komt uit Amerika, dus die weet wel hoe je een lekker burgertje maakt.
Nou zou je denken… die grote Kees, die slokt dat zo naar binnen. Maar dat is niet zo. Keesje is altijd heel precies met wat ze in haar mond steekt. Er wordt eerst aan gesnuffeld, dan telt ze tot drie, en dán besluit ze of ze het neemt of niet. Haar bijnaam is dan ook niet voor niets Slow Sue from Kalamazoo. Het duurt met veel dingen gewoon altijd even.
Alhoewel… dat is niet altijd zo. Luchtballonnen!! Daar wordt ze echt pissig van. Die zijn niet oké. En vogels. Ook niet. Vooral die duiven in de tuin. Wegwezen, vindt ze — de tuin uit met die dikkerds.
Maar sinds kort (en dat klopt natuurlijk ook met haar innerlijke drift tot bewaken én haar leeftijd) mogen er ook geen mensen of katten meer over de stoep langs het huis lopen. Die moeten ook allemaal WEG! Dat krijg je als je rond de 2 jaar bent. Lekker territoriaal gedrag. Rond deze leeftijd zie je bij veel honden dat de innerlijke waakhond sterker wordt. Ze worden zich bewuster van hun omgeving en gaan hun territorium serieus nemen. Helemaal normaal dus. Alleen… wij vinden dat als mensen natuurlijk super gênant en irritant. Ik dus ook.
Dus: werk aan de winkel. Nog beter opletten, situaties vóór zijn, en zorgen dat ze leert dat ze het aan mij mag overlaten.
En dat is nou precies wat ik zo mooi vind aan het samenleven met een hond. Geen dag is hetzelfde. Iedere fase brengt nieuwe
gedragingen, nieuwe uitdagingen, nieuwe inzichten.
Keesje leert, en ik leer met haar mee. Steeds weer. En ik hou ervan.
Na een periode van een writers ‘blog’ block heb ik vandaag mijn inspiratie weer helemaal terug, dankzij mijn Keesje. De puberteit valt toch altijd een beetje tegen op sommige vlakken. Bij haar merk ik vooral dat ze ineens veel dingen spannend vindt. Vooral andere honden — als ze zelf aan de riem zit. Dan zie ik haar fixeren, groter worden en flink mopperen met haar wangen.
Sinds een jaar train ik dan ook met haar bij het Molosser Training Center in Lelystad. Echt een geweldige plek waar je op je eigen tempo kunt werken aan gedrag dat niet wenselijk is, zoals het (bijna) uitvallen van Keesje bij het zien van andere honden. Of in ieder geval er voor zorgen dat haar gedrag zich niet ontwikkelt tot blijvend reactief gedrag. Het trainen daar is helemaal in mijn straatje: door middel van samen spelletjes doen zorg je ervoor dat je hond de focus op jou houdt. En dus niet uitvalt naar bijvoorbeeld andere honden. Nou, wij zijn gek op spelletjes, dus we hebben het daar echt zó leuk samen.
Vooral de oefening KOM OP (onze favoriet!) werpt zijn vruchten af… Keesje denkt vast: Welke vruchten? Doe mij dat appeltje uit de fruitschaal maar… (Die fruitschaal heb ik inmiddels maar even wat hoger gezet.)
Even terug naar de oefening KOM OP. Wat is dat leuk om te doen! Kijk, het werkt zo: zodra je hond iets ziet waar hij waarschijnlijk iets mee wil, roep je enthousiast KOM OP! en draai je samen met je hond 180 graden om. En daarna komt het: dan vier je feest!: voertjes op de grond, even spelen, een kusje, samen juichen en een applausje voor jezelf dat het gelukt is. Nou, en dat werkt!!!
Vandaag zelfs met en zelfs zonder riem. En niet één keer — geen toevalstreffer — maar gewoon elke keer.
Ik ben trots!
Nou het is zover hoor! Keesje krijgt last van de pubertijd. En hoe merk ik dat dan? Nou, heel simpel. Er zijn nog maar twee woorden die ze kent: NEE en WAAROM (hoezo dan?).
Laat ik beginnen met de NEE. En dat is een hele duidelijke NEE! NEE, ik ga niet in de auto, NEE ik kom niet uit de auto. NEE ik ga niet van de bank. NEE ik kom niet als je roept. NEE ik ga lekker toch naar de bakken van de andere honden. NEE ik kijk niet meer naar je als het vraagt. Het is gewoon de vette middelvinger.
Als ik heel veel geluk heb… dan krijg ik de WAAROM. Want bij de WAAROM heb ik in ieder geval nog kansje (met klem op kansJE) dat als ik met volle overtuigingskracht en ‘alles uit de kast’ iets van haar vraag ze het misschien doet. Op z’n minst kijkt ze dan naar me en neemt ze het in overweging. Dan heb ik mazzel.
En daar sta je dan met je maandenlange investering in het oefenen van dingen en je goede gedrag.
Twee weken geleden heb ik de online lezing van Sam Turner nog een keer gevolgd: Pubers en Hormonen. Dat geeft de burger weer moed. Ik had deze al vaker gedaan, maar een opfrissertje was echt weer even fijn. De conclusie van deze lezing: blijven herhalen, herhalen, herhalen. Voor de korte versie hiervan vewijs ik naar het artikel van doggo.nl https://www.doggo.nl/artikelen/opvoeding-van-een-hond/puberteit-bij-honden/
Ik geloof erin dat zoeken naar een manier waarop JOUW hond het wel gaat doen belangrijk is. En ik benadruk het woord JOUW even extra VET en GROOT. Ook voor jouw hond is er iets te vinden waarmee je ze over de streep kan trekken. En dat is zoeken naar de juiste knopjes bij jouw hond. Ik geloof dan ook niet in ‘zo moet het’ of ‘zo hoort het’. Wat voor de ene hond de juiste aanpak, de juiste oefening, de juiste cue is, hoeft niet te betekenen dat het bij de ander ook zo werkt.
Daarom is het belangrijk dat je blijft kijken naar jouw hond en zien wat je hond nodig heeft. Hoe reageert hij in deze periode en in deze bepaalde situatie op jou of op zijn omgeving. En dat kan per periode ook weer verschillend zijn.
Het mooiste voorbeeld is de 123-HAPPY-hier. (Je wordt er al vrolijk van als je het woord ziet). Naast de gewone, recht-toe-recht-aan: HIER leren we op de hondenschool verschillende manieren om jouw puppy, maar juist ook de pubers, HIER te komen. En waarom?
Bij Keesje moet ik dit nog even ontdekken. Er zijn momenten dat ze per direct (nog) komt, maar de laatste twee weken is het vaker niet dan wel.
Om deze periode van teleurstelling en frustratie bij jezelf door te komen is enige creativiteit, uithoudingsvermogen en veel lol nodig. Want dit gaat over!!! En dat wat je erin hebt gestopt, komt er echt ook wel weer uit, al duurt het soms even. Voor degene waarbij de moed in de schoenen zakt heb je in het geval van bijvoorbeeld het HIER-komen altijd nog tijdelijke hulpmiddelen, zoals de lange lijn. Want eigenlijk is het heel simpel bij honden: zolang je zorgt dat ze het gedrag wat je niet wilt kunt voorkomen dan zal dat zich ook niet ontwikkelen. Met andere woorden: een hond aan de lange lijn kan niet weglopen. Die hengel je gewoon naar binnen en op de afstand dat je weet dat je zeker succes hebt met wat je van hem vraagt (al is het op een meter afstand) dan vier je feest en prijs je hem de hemel in. Super goed geluisterd! Echt heel knap van je! Het leven gaat om de kleine succesjes, ook bij pubers.
De duur van de pubertijd hangt trouwens af van het ras. En heel eerlijk, sommige honden worden nooit volwassen, dat heb je ook bij mensen (ik zal geen namen noemen). Dan heb je gewoon pech. Bij de Leonberger duurt het zo’n 3 jaar, wat veel langer is dan bij de meeste andere rassen, dus mensen, jullie hebben nog mazzel!
Maar goed, kleine Kees is een pubertje aan het worden. De hormonen kriebelen door haar lijfje. Dus …. we beginnen gewoon weer helemaal opnieuw met oefenen. Ik heb (bijna) elke dag lol. Het is heerlijk om te zien hoe ze de wereld op haar eigen manier ontdekt. Sommige dingen vindt ze nog steeds spannend, sommige dingen opeens heel eng, ze doet stoute dingen en onderzoekt veel. En soms moet ik ook even heel streng zijn. Officieel gezegd heet dat begrenzen.
Gisteren had ik nog een puberhoogtepunt. We gingen naar haar hondenschooltje. Dook ze toch opeens een tunnel in die daar lag (juf boos). Normaal loopt ze braaf met me mee en doet ze dit soort acties niet, dus ik had het ook nooit verwacht. Dus Slow Sue als een speer die tunnel in … tot aan het einde, toen wilde ze er niet meer uit (juf weer boos). Ik deed het bijna in m’n broek. Kreeg ik er nog een standje er bovenop…. Ik had niet mogen lachen, want ‘zo denkt ze dat het een spelletje is’… Bij elke oefening ging ze liggen, had ze geen zin meer, kwam ze niet, wilde ze niet meelopen. Met enige schaamte ben ik naar huis gegaan. Welkom in de puberwereld van Leonberger Keesje.